De Carnavalsviering van de KBO was maandagmiddag druk bezocht en was erg gezellig. Werkgroep Carnaval had voor een geweldig programma gezorgd. De gymzaal van de Vaart was omgetoverd in een echte carnavalszaal. Leuk versierd en Jan van Broekhoven had hele mooie carnavalsfoto’s van vroeger opgezocht en tentoongesteld.
Maar liefst 121 leden hadden hun weg gevonden naar “De Vaart”.
Ton Crul was de heraut en hij zorgde ervoor dat alles vlotjes verliep.
Het begon met koffie en een heerlijke warme appelflap.
IKKE & IJ zorgde voor muziek waar de ouderen zich prima bij thuis voelden.
Al vroeg in de middag meldde zich de Prins met zijn gevolg.
De Bladbloazers zorgde voor de carnavalsmuziek en zij kregen heel veel mensen op de vloer in een polonaise. De Prins en zijn gevolg gaven daarbij het goede voorbeeld. De gasten van Kerkakkers en Het Steunpunt vonden het geweldig.
Toen de Prins dan ook de prijzen voor de meest carnavaleske verschijningen moest uitreiken viel de groep van het Steunpunt in de prijzen.
De werkgroep zorgde ondertussen voor lekkere hapjes en IKKE & IJ voor de muziek. Alsof er nog niet genoeg muziek was kwam ook nog Da Kapelleke zijn opwachting maken en ook nu weer werd de polonaise gelopen.
Toen iedereen een beetje was uitgedanst kwam het hoogtepunt van de middag. Kaat van Kaai kwam vertellen dat ze 50 was geworden en hoe ze dat gevierd had. Dat was lachen, gieren en brullen. Ze werd dan ook toegezongen door de zaal. Ze eindigde met een toepasselijk gedicht over leeftijd.
Daarna was er nog een grote verloting met vele prijzen geschonken door verschillende sponsoren. Kaat deed de verloting. Dus succes verzekerd.
Ton Crul bedankte iedereen voor zijn inbreng en deelde nog mee dat iedereen een mooi plantje mee mocht nemen bij het weggaan.
Namens het bestuur van de KBO bedankte ook Elly Konings iedereen en vertelde dat as. zaterdag de modeshow is, op 11 maart een bijeenkomst over gezondheid in Schijf en dat op 18 maart in De Vaart de jaarvergadering wordt gehouden.
Ook de oudjes wisten wel raad met het motto
Een verslag van Wim Suijkerbuijk